Zorg en welzijn
Tweede graad A
Wat is het en wat leer je?
-
Praktische studierichting in de arbeidsmarktfinaliteit;
-
aandacht voor de mens in de thuiscontext staat centraal;
-
er wordt veel nadruk gelegd op intermenselijke verhoudingen waardoor er flink geoefend wordt op sociale en communicatieve vaardigheden;
-
het accent ligt voornamelijk op de gezonde mens in een diverse samenleving en hoe men daarin zorg draagt voor zichzelf;
-
leerlingen verwerven een basisinzicht in anatomie en fysiologie;
-
ze maken kennis met directe zorg, maar zullen toch overwegend ondergedompeld worden in de indirecte zorg, inclusief de technische aspecten die daarbij komen kijken.
Wat is de samenhang?
-
Assistentie in wonen, zorg en welzijn;
-
verzorging.
Wat zijn de klemtonen?
-
Zorg en welzijn.
Wat is het leerlingenprofiel?
-
De leerlingen Zorg en welzijn zijn sterk in het leren binnen de concrete contexten eigen aan het studiedomein en de studierichting. Via concrete contexten verwerven ze basis-theoretische inzichten;
-
ze leren binnen een afgebakende en veilige leersituatie geleidelijk meer autonoom functioneren en zijn in staat effectieve handelingen te stellen om concrete uitdagingen aan te pakken;
-
fijn-motorische vaardigheden helpen leerlingen om tot realisaties in de praktijk te komen;
-
ze verdiepen zich in de ontwikkeling van de mens en leren de samenleving in al haar diversiteit kennen. Ze maken kennis met verschillende doelgroepen zoals kinderen en ouderen;
-
daarbij groeien ze in sociale en communicatieve vaardigheden om met (kwetsbare) mensen om te gaan;
-
ze zijn in staat om te reflecteren over het eigen denken en handelen;
-
ze zijn geboeid door de verschillende gezondheidsaspecten die niet enkel lichamelijke maar ook psychische en sociale elementen bevat;
-
ze voeren diverse praktische taken uit in de thuiscontext zoals voeding bereiden, boodschappen doen, schoonmaken, activiteiten begeleiden ….